Neem een rouwend kind serieus
14 november 2007 door 1Ouder
Jaarlijks verliezen zo’n 7000 kinderen hun vader, moeder, broertje of
zusje. Een schokkende en verwarrende ervaring die hun verdere
ontwikkeling kan verstoren. Het ontbreekt nog al te vaak aan steun en
begrip van de omgeving.
‘Mijn vader is acht jaar geleden doodgegaan. Ik ben nu 13 en heb het er heel moeilijk mee omdat ik nu pas besef wat er is gebeurd.’’
Dit laat ‘Eloow’ weten op internet. Vreemd? Helemaal niet, volgens rouwdeskundige dr. Riet Fiddelaers-Jaspers. ,,Het komt regelmatig voor dat het jarenlang aardig goed gaat totdat er een moment komt dat het verlies weer een grote rol gaat spelen. Rouwen bij kinderen gaat bij stukjes en beetjes. Dat heeft te maken met hun voortschrijdende ontwikkeling.’’
Hoe dan ook moet niet worden onderschat hoe zwaar kinderen van alle leeftijden het hebben na de dood van hun vader, moeder, zusje of broertje. Het ligt vooral op de weg van de overgebleven ouder(s) de kinderen te steunen. Geen geringe opgave als je jezélf amper staande kunt houden en je kroost gedrag vertoont waar je niet goed raad mee weet. Terwijl de omgeving over je heenvalt met weliswaar goedbedoelde, maar niet erg helpende adviezen.
Het overkwam Marjo van Schaik (43) vijf jaar geleden toen haar man Roel op 46-jarige leeftijd na een korte ziekte overleed. De kinderen Nina en Piet waren op dat moment respectievelijk net 6 en 4 jaar oud.
Van Schaik: ,,Het meest opvallende was dat Piet enorm driftig werd en dat Nina ging commanderen. Dat deed ze vooral bij haar broertje.’’
Van Schaik prijst zich gelukkig dat ze de stichting Achter de Regenboog (verliesverwerking met kinderen en jongeren) ontdekte. Ze beschreef haar ervaringen in een boek, De Toekomst voorbij, dat rond deze tijd bij de stichting wordt uitgegeven.
,,Ik heb de stichting veel gebeld in die periode en dat heeft onwaarschijnlijk goed geholpen. Zo leerde ik dat Nina met haar gecommandeer probeerde weer grip op haar leven te krijgen. Als haar jongere broertje deed wat zij zei, kreeg zij weer controle. Ik moest haar niet corrigeren maar bijvoorbeeld vragen lekker bij mij te komen zitten. Dan voelde zij zich ook niet meer zo alleen.’’
Ook toen Nina klaagde over buikpijn en per se naar de dokter wilde, bood de stichting uitkomst met een effectief pedagogisch advies. Terwijl de algemene opinie was: dat is geen buikpijn maar verdriet, dus Nina moet niet zo zeuren en dwingen. Haar moeder moet zich niet zo laten ringeloren, maar de teugels in handen nemen.
Het illustreert allemaal de onbekendheid in de samenleving met rouw in het algemeen en bij kinderen in het bijzonder. Van Schaik kreeg te maken met wat zij de ‘klassieke misvattingen’ noemt. ,,Iedereen denkt bijvoorbeeld dat het na een jaar wel over is, dat kinderen niet zo erg rouwen, dat ze zich maar aanstellen en de situatie misbruiken.’’
Zulk soort misverstanden kunnen een gezin na een groot verlies eerder ontredderen dan steunen. Aan welke soort steun had Van Schaik wel behoefte?
,,Aan hele praktische hulp en niet al dat praten en commentaar leveren. Niet vragen, want zelf wist ik het in die tijd echt niet, maar aan iemand die voor mij gewoon boodschappen ging halen en koken of bij wijze van spreken een was draaien. Een vriendin reageerde zo en dat was ontzettend fijn. Want voor de kinderen moest het allemaal blijven doorlopen.
In die beginperiode zei ook iedereen: wees blij dat je de kinderen hebt. Dan dacht ik: jullie zijn getikt! Ik vond het afgrijselijk dat Nina en Piet allerlei dingen leerden en ik dat niet met Roel kon delen. Aan de andere kant hebben ze me wel in het gareel gehouden. Voor hen stond ik iedere dag op en deed ik wat nodig was. Omdat het moest.’’
Natasja Hoogterp (36) verloor haar man André ruim drie jaar geleden na een lange ziekte. Hij was toen bijna 36, hun kinderen Robin, Puck en Sam respectievelijk 5,5, 3 en 1,5.
Ook Hoogterp constateert een gebrek aan begrip in de omgeving. ,,De kinderen zijn af en toe verdrietig maar daarmee hoeven ze in de buitenwereld niet aan te komen. Die denkt: ze doen het goed op school, ze hebben het thuis leuk, dus waarom moeten ze dan nog verdriet hebben?’’
Nu geven kinderen soms wel onduidelijke signalen af. Ze uiten hun verdriet soms in boosheid of lastig gedrag. Daardoor krijgen zij volgens Fiddelaers-Jaspers niet waaraan ze behoefte hebben: liefdevolle aandacht en begrip. ,,In plaats daarvan worden ze op hun gedrag aangesproken. Niet dat alles maar moet worden geaccepteerd. Kinderen moeten zich in principe aan de regels houden, maar soms is het nodig daarvan af te wijken.’’
Ook Hoogterp kan ervan meepraten. Haar dochter Puck kreeg op school standjes voor tegendraads gedrag. Terwijl geruststelling meer op zijn plaats was geweest. Het kind was namelijk uit haar doen omdat haar moeder die dag plotseling weg moest. Angst om ook haar overgebleven ouder te verliezen, speelde haar parten. Dat is een veel voorkomend verschijnsel bij kinderen als zij al een ouder kwijt zijn.
Maar ook verdriet dat eruit ziet als verdriet kan op onbegrip stuiten. Zo moest Sarah (9) op school erg huilen om haar gestorven babyzusje Linde. Waarop de leerkracht tegen haar zei: ’Is het nu eens afgelopen met dat gejank?’ „Sarah vertelde mij dit pas later,’’ aldus haar moeder Bertine ten Brinke, ,,omdat zij mij niet wilde belasten.’’ Ten Brinke, inmiddels omgeschoold tot rouwtherapeut, legt uit hoe dit gedrag past bij rouwende kinderen. ,,Ze willen hun ouders beschermen en nog meer verdriet besparen. Dat gebeurt op deze leeftijd over het algemeen onbewust.’’
Ten Brinke vertelt dat de dood van haar een week oude, gehandicapte baby hard aankwam in haar gezin vier jaar geleden. De buitenwereld begreep dat niet gezien opmerkingen als: ‘Wat is nu een baby van een week? Die heb je nauwelijks gekend.’
Er was een zorgvuldig en liefdevol afscheid van Linde met alle kinderen erbij: Sarah (9), Lotte (6) en Anne (2). Sarah kreeg daarna hulp bij de verwerking van het gebeurde. Zij miste haar zusje hevig en had last van schuldgevoelens, zoals achteraf bleek. Omdat de baby in haar armen was overleden.
Kinderen denken vaker ten onrechte dat zij door bepaalde gedachten of gedragingen schuld hebben aan de dood van het gezinslid. Het is belangrijk dat zij te horen krijgen dat dit onmogelijk is. Aan Lotte merkte haar moeder niet zoveel op een hele grote huilbui na.
Anne reageerde met scheidingsangst en probeerde de gebeurtenissen te verwerken zoals kinderen van haar leeftijd dat doen: in spel. Ten Brinke: ,,Zij speelde alleen nog maar met haar poppenhuis waar altijd iemand ziek werd en doodging. Ook nu nog heeft zij het vaak over Linde op momenten dat ik het niet verwacht.’’
Meer informatie: www.rietfiddelaers.nl , www.achterderegenboog.nl (ook voor kinderen/ jongeren zelf), www.kindenrouw.nl .
Bron: Ad.nl - Helga Kormos
Reacties |
Schrijf zelf een reactie |
14 november 2007 door silvie | Het is erg herkenbaar wat er geschreven wordt. Mijn kinderen zijn wat ouder, 13 en 16. Vooral met mijn zoon van 16 gaat het moeilijk. Hij wilt eigenlijk niet praten, maar toch merk ik aan allerlei dingen dat het niet goed met hem gaat. Weet niet meer welke hulp ik moet geven. Ben echt bang dat het verkeerd gaat met hem. Hij is vooral boos op zn vader omdat hij hem zo in de steek gelaten heeft.
Ik wil hem steunen en helpen, maar weet niet goed hoe.
|